Je bekijkt nu Aangewezen op staatsexamens: de menselijke maat en het gebrek daaraan

Aangewezen op staatsexamens: de menselijke maat en het gebrek daaraan

De blik, het smalende triomfantelijke lachje in de ogen van de twee dames, namens het College van Bestuur van een Amsterdamse universiteit (het orgaan dat beslist over toelating en inschrijving) was het laatste wat ik verwachtte. Mijn cliënte kon haar tranen nauwelijks bedwingen.

In wanhoop had ze mij een e-mail gestuurd vanaf haar vakantieadres. Ze was toegelaten tot de opleiding Geneeskunde aan een van universiteiten in Amsterdam. Ze was ingeschreven en weer uitgeschreven. Waarom? Omdat ze de cijfers van haar VWO-diploma twee dagen te laat had ingeleverd. Ook al resteerden er officieel nog twee weken, ook al kon zij er niets aan doen en had ze dat ook nog eens tijdig gemeld. Te laat was te laat.

Doordat ze de afgelopen jaren ziek was geweest en niet normaal naar school kon, was ze aangewezen op staatsexamens. Staatsexamens worden op een later moment afgenomen dan in het reguliere onderwijs. Resultaten zijn dan ook later beschikbaar. Door ook nog een fout bij de planning bij DUO, kon ze haar cijfers pas na de deadline aanleveren. DUO (die voor de planning van de staatsexamens verantwoordelijk is) had twee examens tegelijkertijd gepland waardoor een daarvan pas in het derde tijdvak afgelegd kon worden. Haar laatste cijfer en daarmee haar diploma zou daardoor twee dagen te laat beschikbaar zijn.

Ze had dit alles voorzien en tijdig gemeld bij de juiste afdeling van de universiteit. Zelfs DUO had nog voor haar gebeld. Ze hoefde bovendien maar een 1.7 te halen zo goed stond ze ervoor. Het maakte voor de dames geen verschil. Ook al bestond er een formele regel om in bijzondere gevallen die deadline met nog twee weken te verlengen. Te laat was te laat. De plek zou bovendien al vergeven zijn. Haar examens over drie tijdvakken verspreiden, dat was haar eigen keuze. Als student ben je nu eenmaal zelf verantwoordelijk voor het tijdig aanleveren, voegden ze fijntjes eraan toe.

Toen ik het intakegesprek met haar had dacht ik nog ‘kat in t bakkie.’ De praktijk bleek weerbarstiger, de dames onvermurwbaar. De Geschillencommissie via wie het beroep dient te lopen, zou pas zes weken later bij elkaar komen en pas nadat zij een beslissing hadden genomen stond de weg naar de Raad van State open. Andere rechtsmiddelen zijn niet voor studenten in het hoger onderwijs. Hetgeen ik echt een gebrek vind aan rechtsbescherming. Ondertussen waren haar medestudenten gestart met de introductieweek, al snel gevolgd door de eerste colleges. Zij niet. Zij was uit wanhoop maar begonnen met een andere studie.

De Geschillencommissie besliste anders. Ze kon de volgende dag direct beginnen. Twee maanden na de start van het academische jaar moest de Universiteit maar ruimte maken, of de plek nu al vergeven was of niet. Het geld dat ze betaald had voor de niet-gevolgde introweek moest terugbetaald. De rigide beslissing van de dames was snel van tafel. Superblij was ze, maar het gemis van die periode bleef.

Namens haar deed ik bij de commissie een beroep op het evenredigheidsbeginsel. Een beginsel dat sinds het toeslagenschandaal vaker lijkt te worden toegepast, maar nog niet vaak of snel genoeg. Heel eenvoudig betekent het dat de gevolgen van een besluit, niet redelijk zijn en niet in verhouding staan met het besluit op zich. Het toepassen van dit beginsel is dé manier om de menselijke maat toe te passen en niet uitsluitend de regels te volgen, ongeacht de gevolgen. Elk reglement, regeling of wet bevat ruimte om af te wijken in bijzondere gevallen. Soms heet dat redelijkheid en billijkheid, in andere gevallen biedt een hardheidsclausule ruimte, of zoals in dit geval het evenredigheidsbeginsel. In het algemeen heet dat, ‘de menselijke maat’. Die moet je wel willen toepassen. Daaraan mankeert het te vaak en niet alleen in deze zaak.

Ze liet me ondertussen weten helemaal op haar plek te zijn en ik hoop dat ze een fantastisch arts zal worden.

PS1: Rechtsingang, gebrek aan adequate spoedprocedure
Een snelle rechtsingang waarmee een snelle beslissing kan worden afgedwongen, was hier nodig geweest. Niet slechts elke zes weken en dan nog enige tijd wachten op een beslissing. Twee maanden is te lang bij de start van je studie, maar ook soms tijdens je studie wanneer je maanden geschorst wordt en een beslissing van een onafhankelijk college sneller gewenst is. De wetgever is aan zet door ook in het hoger onderwijs de mogelijkheid van een voorlopige voorziening bij de Raad van State in te voeren. Het zal dan aan een advocaat zijn om het spoedeisend belang aan te tonen. Het was in haar situatie en in die van andere studenten heel welkom geweest.

PS2: inmiddels ben ik gestopt als advocaat onderwijsrecht en neem ik geen nieuwe onderwijszaken meer aan.